Eetstoornissen en "gek" zelfbeeld. Is het waar wat ik zie in de spiegel?

Een jongen met een eetstoornis?

Een verhaal over een jongen met een eetstoornis. Een jongen die net zoals ik vroeger in de spiegel keek en zichzelf niet mooi vond. Die net zoals ik in die neerwaartse spiraal terecht kwam. Een jongen die net zoals ik dingen mee heeft gemaakt in zijn leven die iedereen zouden kunnen overkomen. Een jongen die ook niet precies wist hoe hij met bepaalde dingen en emoties om moest gaan. Tja als we geboren worden krijgen we geen handleiding voor het leven cadeau! Wat zou dat fijn zijn geweest! Een eetstoornis krijgen is daarom ook geen keuze, maar of je ervan af komt wel! Lees hier het krachtige verhaal van Ad! "Meisjesziekte’ is een verhaal over hoop!

... A STORY OF HOPE ...

‘Hoe kun jij je in hemelsnaam dik vinden?’ ‘Wat zie je dan als je in de spiegel kijkt?’ Vol ongeloof staren mijn medestudenten me aan. Een spervuur aan vragen komt op me af. Allemaal zijn ze geraakt door mijn verhaal. Ze begrijpen het niet. Voor het eerst durf ik openlijk te spreken over de ziekte die me jarenlang in zijn greep had. Het geeft me kracht. De spanning die ik aanvankelijk voelde verdwijnt bij mijn eerste woorden als sneeuw voor de zon. Voor het eerst besef ik dat ik een kleine schatkist in me herberg. Een metafoor voor een prachtig stukje levenservaring. Met deze blog wil ik je een kijkje geven in het leven van een jongen met anorexia.

Mijn naam is Ad Penninx. Vanaf mijn vijftiende vocht ik jarenlang dagelijks tegen een ziekte die me tot wanhoop dreef. Een ziekte die duizenden kinderen, jongeren en volwassen kapot maakt. Letterlijk kapot. Ook ik gaf me bijna over, ik zag het niet meer zitten. Een onschuldig dieet mondde uit in een niet te stoppen drang om te vermageren. Ik wilde net zo worden als de jongens om me heen. Ik wilde indruk maken op meisjes. Slank zijn, dat werd mijn nieuwe streven. Zonder me ook maar enigszins in te lezen stortte ik me in een afvalrace, niet wetende er jaren voorbij zouden gaan waarin ik niet meer kon stoppen.

Ik startte met een aantal onschuldige regels: geen snoep, geen junkfood, liters waters, sporten, calorieën tellen en niet eten na achten. Regels die naar verloop van tijd steeds strenger werden. De scheiding van mijn ouders bracht mijn wil om mager te worden in een versnelling. Het was mijn vluchtweg. Ik voelde totaal geen behoefte om mijn kopzorgen te delen met anderen. Ik loste mijn problemen zelf wel op. Het afvallen bood me rust. Duizend calorieën per dag was in het begin mijn streven. Deze grens zou ik al snel gaan verlagen. Van twee liter water per dag was de stap naar vier liter water snel gemaakt. Op het dieptepunt van mijn eetstoornis dronk ik op dagen 6 à 7 liter water. Ik had geen flauw benul dat ik mijn lichaam hiermee ernstig in gevaar bracht. Het sporten nam extreme vormen aan. Een topsporter kon daar nog een puntje aan zuigen. Blessures wuifde ik weg. Ik moest sporten. Dag in dag uit. In de twee jaar tijd dat mijn ziekte het heftigst was heb ik geen enkele dag overgeslagen. Sit-ups, push-ups, gewichtheffen, hardlopen, voetballen. Daarnaast was de trap mijn grootste huisvriend. Dagelijks verplichtte ik mezelf om na elke maaltijd minimaal twintig keer de trap sprintend te bestijgen.

Van binnen voelde ik me door de scheiding ongelofelijk eenzaam en boos. Van buiten begon ik resultaat te zien. De eerste kilo’s verdwenen en ik had zelfs complimenten op zak. Dat gaf me een goed gevoel. Het had effect, ze zagen me staan. Ik had het gevoel alles onder controle te hebben. Een overwinningsgevoel. Ik voelde me machtig. Onbewust verloor ik juist steeds meer de grip op mijn gewichtsverlies. Steeds meer kreeg het me in zijn greep. Dit had effect op mijn lichaam en geest. Alles begon er onder te lijden.

Ik zette mijn gezondheid op het spel. Mijn lichaamsgewicht holde achteruit. De signalen van mijn lichaam negeerde ik. Ik klaagde er wel eens over bij mijn moeder, maar ik besteedde er verder weinig aandacht aan. Mentaal begon mijn eetstoornis spelletjes met me te spelen. Dit kwam vooral naar voren als ik voor de spiegel stond.

Mijn spiegelbeeld werd zijn domein. Hij imponeerde me, zette me op het verkeerde been. Ik zag mezelf niet meer, ik zag een ander persoon.  Mijn eigen spiegelbeeld. Ik zag overal vet en dikkigheid. Het gaf me een misselijk gevoel. Ik kon vaak wel janken.  Het maakte me moedeloos. Ik voelde me smerig. Mijn zelfbeeld was compleet verstoord. Het leek wel of ik een ander mens was geworden. Van binnen voelde ik me leeg. Ik deed steeds meer dingen die ik niet in mezelf herkende. Ik kwetste, ik manipuleerde, ik loog. Ik voelde me boos, verdrietig, eenzaam. Ik had nergens geen energie meer voor. Was ik dit?

Op een avond in april 2004 brak ik. Ik gaf het nog één keer een poging: een avondje uit met vrienden. De afgelopen jaren had ik me steeds meer teruggetrokken uit het sociale leven. Uitgaan vond ik vreselijk. Eenmaal binnen in de discotheek voelde ik me vervreemd van iedereen. Wat doe ik hier? Ik moet hier weg. Lichtte paniek sloeg toe. Ik snelde naar buiten, pakte mijn fiets en vertrok naar huis. Ik kwam thuis in een leeg huis. Ik voelde me alleen. Niemand was er voor me. Eenmaal op mijn kamer aangekomen bekeek ik mezelf met mijn betraande gezicht voor de spiegel. Wat wil ik nog? Het hoeft allemaal niet meer. Ik kan niet meer.

Ik kon het niet meer. Dit hield ik niet meer vol. Mijn masker brokkelde langzaam maar zeker af. Het besef was gekomen. ‘Ik ben ziek’. Radeloos sprak ik mezelf toe. Die avond zag ik eindelijk weer mezelf in de spiegel. Mijn ogen spraken boekdelen. Ik zag een angstige jongen. Elke vorm van controle was ik kwijt. Ik was de wanhoop nabij. Eindelijk erkende ik voor mezelf dat ik het niet meer alleen aan kon.

De volgende dag stond ik weer voor de spiegel. Ik keek mezelf diep in de ogen aan. In de verte zag ik een denkbeeldig vuurtje in mijn ogen branden. Ik herpakte mezelf en sprak mezelf bemoedigend toe: ‘Ik kan het!’. ‘Ik stop ermee!’.

Vanaf die dag koos ik voor een nieuwe weg. De weg naar mijn wederopstanding was er één van diepe dalen en hoge pieken. Een weg die me na jaren van vele tranen, twijfels, frustraties en pijn uiteindelijk mijn gevoel van eigenwaarde teruggaf.

Het litteken van mijn eetstoornis heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben. Vandaag
de dag, 13 jaar verder, stroomt er positieve energie door mijn aderen
. Ik kies bewust voor een gezonde leefstijl. Ik geniet van de mensen om me heen, de reizen die ik maak, de natuur om me heen, het geluid van de wind, fluitende vogels, een glimlach, de zonneschijn.

In het najaar van 2014  zal ik vol trots mijn E-book presenteren: ‘meisjesziekte’. Een verhaal over mijn leven met een eetstoornis. Op het moment dat de puzzelstukken voor mijn verhaal ‘Meisjesziekte’ op zijn plaats vielen voelde ik van binnen een enorm enthousiasme. Een gevoel van vreugde, toverde een brede grijns op mijn gezicht. Bij het schrijven herbeleefde ik de momenten als de dag van gisteren. Soms liet ik een traan, soms lachte ik, soms voelde ik warmte en soms voelde ik koude rillingen over mijn lichaam. Mijn verhaal is volledig gebaseerd op mijn eigen ervaringen. De verhalen doorkruisen de beginperiode, de dieptepunten, de ommekeer en het heden. Ik kom dan graag bij je terug!

“Geluk is het enige wat verdubbelt wanneer je het deelt’’.

In mijn visie op het leven met elkaar geldt dit eveneens voor de ervaringen die je deelt met de ander.

Veel geluk en wijsheid!

Ad Penninx