Ik was geen bourgondiër, ik was een vreetmonster met een eetstoornis

Geschreven door Kirsten

Het is bijna niet uit te leggen aan iemand die geen eetstoornis heeft hoeveel regeltjes je kunt verzinnen (en in stand kunt houden) omtrent eten. Het moeilijkste was toegeven aan mezelf, mijn ouders en anderen dat ik een eetstoornis had. Gelukkig heb ik een ervaringsdeskundige coach die niets gek or raar vindt.

tips van kinderen met eetstoornissen www.isa-power.nl

Hoi, ik ben Kirsten,

Ik ben nu 42 jaar oud. Toen ik 41 jaar was ontdekte ik dat ik dat mijn omgang en regeltjes omtrent eten en mijn vreetbuien niets meer te maken hadden met mijn 'Bourgondische' leefstijl. Als een bourgondiër typeerde ik mezelf het liefst. Het was het excuus voor het vele eten. Ik kon niet anders concluderen dan dat ik een eetstoornis had.

Het toegeven aan jezelf dat je een eetstoornis hebt is erg moeilijk.

Het besluit om er vanaf te willen vond ik nog moeilijker omdat ik mij realiseerde dat dit zou betekenen dat ik al mijn 'veiligheden' (regeltjes en eetbuien) los zou moeten gaan laten. Het aller moeilijkste vond ik het om mijn ouders te vertellen dat ik een eetstoornis had. Ik kom uit een familie waar we allemaal van lekker eten houden, waar eten gelijk staat aan gezelligheid, maar waar ook diëten een vaak toegepast middel was om na een periode van veel eten de balans terug te vinden. Door mijn ouders te vertellen dat ik een eetstoornis heb was ik bang dat zij zich schuldig zouden gaan voelen omdat eten of diëten altijd een centraal thema is geweest in ons gezin. Hoewel mijn ouders verbaasd waren reageerden ze heel liefdevol en zijn ze erg geïnteresseerd in het coachingstraject dat ik gekozen heb om van mijn eetstoornis af te komen.

Ik woon al 20 jaar niet meer thuis, maar mijn ouders zijn erg belangrijk.

Ik woon al 20 jaar niet meer thuis, maar de rol van mijn ouders is er wel degelijk bij mijn herstel. Het begrip dat ze opbrengen, de interesse die ze tonen, de leerpunten die ik met hen kan delen en waar we leuke gesprekken over voeren, het draagt allemaal bij en maakt het voor mij ook makkelijker om over te praten.

Bij mij zie je aan de buitenkant niet hoe het werkelijk met mij gaat.

Ik ben een type waarbij aan de buitenkant niet te zien is hoe ik mij werkelijk voel. Ik zoek hulp en zet een traject in gang. Pas dan informeer ik mijn omgeving. Voor de mensen om mijn heen is bijna niet te herkennen dat het niet goed met mij gaat. Mijn eetstoornis zorgde er wel voor dat ik dikker en dikker werd, maar in ons gezin waren we allemaal stevig, dus in eerste instantie viel dat niet zo op. Toen ik uit huis ging had ik alle vrijheid om aan mijn vreetbuien toe te geven en toen vlogen de kilo's er aan. Mijn ouders waren toen wel bezorgd, maar aan een eetstoornis heeft niemand van ons ooit gedacht.

Omdat ik dik was werd niet meteen aan een eetstoornis gedacht.

Mijn ervaring is dat bij extreem dik minder snel de koppeling wordt gemaakt naar een eetstoornis dan bij extreem dun. Zelf heb ik daarom nooit mijn rare regeltjes omtrent eten, het dwangmatige en obsessieve eetgedrag en mijn compensatiedrang gezien als een eetstoornis. Mijn eetstoornis heeft zich notabene het meest gemanifesteerd toen ik eindelijk een normaal figuur had na mijn maagverkleiningsoperatie. Wat ik maar wil zeggen, een eetstoornis zie je niet altijd aan de buitenkant. Het zit in gedrag. Het gedrag kan heel subtiel zijn; selectief eten, stiekem eten, ogenschijnlijk onschuldige eetregeltjes, veel met gewicht bezig zijn, beweegdrang, laag zelfbeeld etc.

Toen ben ik gaan terugrekenen wanneer de regeltjes omtrent eten en de vreetbuien mijn leven in zijn geslopen en ik kwam tot het verbijsterende besef dat dit minstens 25 jaar geleden moet zijn geweest.

Het fijne aan coaching van ervaringsdeskundigen is dat ze dit gedrag herkennen.

Het is bijna niet uit te leggen aan iemand die geen eetstoornis heeft hoeveel regeltjes je kunt verzinnen (en in stand kunt houden) omtrent eten. Mijn coach vind geen van mijn regeltjes raar en herkent veel van mijn regeltjes, waarvan ik dacht dat ik de enige op de wereld was die dit soort absurditeiten zichzelf heeft opgelegd. Je hoeft een ervaringsdeskundige coach niet uit te leggen hoe dit soort regeltjes een eigen leven gaan leiden, ze hebben het immers zelf ervaren.

Het voelt als een bevrijding dat ik mijn eetstoornis heb toegegeven.

Het voelt als een bevrijding dat ik mijn eetstoornis heb toegegeven en erover kan spreken met anderen (dierbaren, lotgenoten). Het is niet meer een geheim en de eenzame strijd die het jaren is geweest. Juist het begrip uit de omgeving maakt dat ik met de dag gemotiveerder wordt om definitief mijn eetstoornis achter me te willen laten. Ik durf steeds beter de regeltjes en dwangmatigheden los te laten en ik leer steeds meer te vertrouwen op mezelf. Coaching helpt hierbij erg goed, maar de steun van je dierbaren is minstens zo essentieel.

Kirsten