Geschreven door Sofie Loots
Ervaringsdeskundige coach bij ISA Power
The do’s and dont’s voor de omgeving
Calorieën, gewichten, diëten. Als ik een gewicht hoorde dat lager was dan mijn eigen gewicht dan moest ik ook naar dat gewicht. Geen een gewicht was te laag voor mij. Ik voelde me altijd al de mindere. Naar mijn idee was ik lelijker, dommer dan alle andere meisjes uit mijn vriendinnengroep. Ik was mij continu aan het vergelijken met iedereen. Lees hier mijn 'do's and dont's' voor ouders!
Een eetstoornis gun je niemand. Het is een hele lijdensweg. Voor jezelf maar ook voor je omgeving. Je wilt je eetstoornis voor jezelf houden maar tegelijkertijd voel je je ook heel eenzaam. Eenzaam omdat je alleen maar bezig bent met (niet) eten, calorieën tellen, bewegen, eventuele dwanghandelingen uitvoeren. Eenzaam omdat niemand je begrijpt. Goed bedoelde adviezen uit de omgeving kunnen soms helemaal verkeerd uitpakken waardoor de eetstoornis juist groeit in plaats van afneemt.
Mijn oren waren vooral gespitst op informatie die de eetstoornis deed groeien!
Calorieën, gewichten, diëten. Als ik een gewicht hoorde dat lager was dan mijn eigen gewicht dan moest ik ook naar dat gewicht. Geen een gewicht was te laag voor mij. Een oudere dame uit mijn straat vond het (ondanks mijn ondergewicht) knap van mij dat ik zo goed kon lijnen. Als tip gaf ze mee dat ik ook maar eens het Montignac dieet (in de jaren negentig was het Montignac dieet de manier om af te vallen) moest uitproberen. Toentertijd zei ik: “doe ik”. Gelukkig weet ik nu wel beter!
Praat niet over gewichten, diëten, en calorieën in de buurt van iemand met een eetstoornis.
Ik voelde me altijd al de mindere. Naar mijn idee was ik lelijker, dommer dan alle andere meisjes uit mijn vriendinnengroep. Ik was mij continu aan het vergelijken met iedereen. Dit ging ten koste van mijn zelfbeeld maar ook ten koste van mijn vriendschap. Ik ging mij steeds meer afzonderen. En hoe langer ik mij ging afzonderen hoe moeilijker ik het vond om de vriendschap weer op te pakken.
Mijn vriendinnen hebben lang geprobeerd om mij bij hun activiteiten te betrekken.
Maar mijn zelfhaat en mijn eetstoornis hielden dit tegen. Hoe moest ik calorieën tellen in hun aanwezigheid? Voor mijn gevoel belemmerde mijn omgeving mij in het uitvoeren van mijn eetgestoorde handelingen. Ook al koos IK ervoor om mij af te zonderen, ik voelde me hierna nog eenzamer.
Probeer onderscheid te maken tussen de persoon en het gedrag wat de persoon laat zien. Laat haar weten dat je er voor haar bent als zij jou nodig heeft.
Ook in mijn eigen familie zonderde ik me steeds meer af. Ik wilde niet meer dat zij mij zagen eten. Als ik at wilde ik mijn eigen gerecht klaarmaken. Dat nam ik dan in een plastic zakje mee naar mijn eigen slaapkamer. Ik heb mama ooit betrapt dat ze stiekem boter in de pan deed. Het weinige vertrouwen dat ik in anderen had was toen helemaal beneden niveau gedaald. De intentie van mama was vast goed bedoeld maar hierdoor werd de kloof tussen ons nog groter.
Wil je iets samen bereiken dan is vertrouwen essentieel. Het tonen van begrip is van belang om vertrouwen te winnen. Overbetrokkenheid en overbescherming kunnen averechts werken. Het kan zijn dat uw kind zich dan gecontroleerd voelt. Zorg voor een goede balans.
Sofie Loots