Meer dan tien jaar geleden ontwikkelde ik mijn eetstoornis. Waarmee het precies is begonnen, kan ik mij niet meer herinneren. Het is een ‘’slimme’’ ziekte die er langzaam en stilletjes insluipt. Vandaag geen snoepje meer, morgen ook geen koekje meer, overmorgen iets minder boter, volgende week helemaal geen boter en zo verbood ik mezelf langzaam alle producten die in mijn ogen slecht waren. Uiteindelijk was er nog slechts een mini lijstje over... Mijn lichaam schreeuwde om hulp, ikzelf als tiener schreeuwde om hulp, maar de eetstoornis was veel te machtig. Iedereen die ook maar enigszins een hand uitstak naar mij om te helpen, ketste ik meteen af. Ik was niet ziek!
Natuurlijk kon ik op deze manier leven niet heel lang volhouden en werd ik door een kinderarts verwezen naar een kliniek. Ik was zo ontzettend boos op haar. Ze ontnam mijn vrijheid en ik voelde mij prima! Verdoofd door alle eetgestoorde gedachtes ging ik naar de kliniek. Al snel sloot ik aan bij de maaltijden van de groep en wonder boven wonder leek het eten steeds minder een rol te gaan spelen. De stemmetjes klonken nog wel in mijn hoofd en er werden nog altijd verschillende trucjes toegepast, maar toch kwam er verandering in zowel mijn gewicht als in mijn gedachtes. Achteraf, besef ik mij maar al te goed dat deze grote stap vooruit te maken heeft gehad met de structuur, de liefde en de aandacht die ik hier kreeg. Eenmaal weer thuis was de structuur weg, werd mijn ziekte niet erkend en niet begrepen en moest ik maar gewoon normaal gaan doen. Normaal doen, terwijl jezelf nog wel honderd handvatten nodig hebt om weer te leren wat normaal is.
Een jaar later was ik terug bij af en speelde de film van opname zich opnieuw af, maar dan in een ander jasje. Doordat ik echt zelf niet meer kon eten, werd ik voor de tweede keer bij de hand genomen. Ik kreeg sondevoeding en even hoefde ik niet meer zelf te vechten. En alhoewel iedereen vol verbazing was, was ik oprecht blij dat alles even van mij over werd genomen. Ik kon niet meer, ik wilde niet meer constant tegen die eetstoornis vechten of beter gezegd tegen mezelf vechten. Met bijna een gezond gewicht keerde ik terug naar huis. Een week later mocht ik mee op schoolreis en hoe fijn ik het ook vond om weer thuis en bij mijn vrienden te zijn, ik viel terug in mijn oude patronen.
Doordat ik ontzettend bang was dat mensen in mijn omgeving mij zouden laten vallen en ik mezelf schaamde voor al deze gedachtes en gedragingen rondom eten heb ik nog jarenlang op deze manier verder geleefd. Soms een kilootje meer en soms een kilootje minder.
Maar langzaam werd ik zelfstandiger, leerde ik iets meer uit mijn comfort-zone te stappen en durfde meer het échte leven te gaan leven. Ik bereikte met eigen wilskracht een gezond gewicht, kreeg complimenten dat ik er zo goed uitzag, haalde sportprestatie na sportprestatie binnen en studeerde af aan de universiteit. Ik had mijn leven voor een groot deel teruggehaald, maar toch ontbrak er iets. Een leegte, een groot verdriet wat ik niet onder ogen wil(de) zien. Al deze successen heb ik deels voor mezelf bereikt, maar ook zeker voor de buitenwereld. Mensen tevreden stellen, mensen niet teleurstellen, willen laten zien dat ik geen zielig persoon ben. Al deze successen zijn uiteindelijk maar materieel. Het grootste succes wat ik ooit wil bereiken is mezelf accepteren en mezelf kunnen vertrouwen.
Achter mijn eetstoornis verschuilt zich een hechtingsproblematiek. Ik heb nooit geleerd mijn gevoelens en emoties te uiten en zocht hiervoor coping mechanismen. Niet eten om maar niet te hoeven voelen, irreële angsten en dwangmatige gedachten. Verdriet en pijn uitten zich op allerlei manieren, maar niet op de juiste.
Meer dan tien jaar later, veel behandelingen en therapieën verder, heb ik mezelf al een stuk beter leren kennen maar ben er nog (lang) niet. Soms verlang ik terug naar dat kleine meisje van de basisschool. Een meisje dat nog geen zorgen mag hebben, die bij de juf mag uithuilen op schoot en die vrolijk zo hoog mogelijk probeert te schommelen met een koekje in haar hand.
Maar ook al ben je volwassen, bejaard of wat dan ook, iedereen verdient liefde en iedereen verdient een arm om zich heen als dat nodig is.