Erkenning, hulp vragen, de ernst van de ziekte inzien

Geschreven door moeder Mirjam

Erkenning, hulp vragen, de ernst van de ziekte inzien, hulp accepteren en het delen met anderen is wat nodig is het genezingsproces op gang te zetten en de lange weg naar een beter leven te doorstaan. Bewustwording dat een eetstoornis niet alleen over eten gaat is nodig om jezelf te ontdekken, jezelf te waarderen en te vechten voor een mooie toekomst.

Fotografie, unsplash.com

Fotografie, unsplash.com

Over haar dochter die al heel ver is in haar herstel en haar eetstoornis bijna overwonnen heeft. Al langere tijd maakten we ons zorgen om onze dochter. Ze kampte met veel hoofdpijn, sliep slecht, kon steeds minder tegen veel geluid en fel licht en wilde steeds minder met vriendinnen ondernemen. Onze dochter was altijd een heel sprankelend meisje vol positieve energie, behulpzaam, wilde het altijd voor iedereen leuk en gezellig maken, snapte niet dat er leerlingen waren die niet wilden luisteren en geen respect hadden voor anderen, ze deed overal heel erg haar best en dat uitte zich in goede prestaties, op school, maar ook op creatief-, toneel- en sportgebied. Waarom gaat het niet goed terwijl ze ‘alles’ mee heeft vroegen wij ons af.

Vooral het terugtrekken en de continue hoofdpijn, waardoor ze zich steeds vaker ziek moest melden, deed ons besluiten het eens goed te laten onderzoeken. Een jaar eerder hadden we gesprekken met een orthopedagoog gehad vanwege dezelfde zorgen, maar daar kwam niets uit. Dus nu maar door de medische mallemolen. Ook de kinderarts kon niets vinden, op astma na. Ze was nooit benauwd, maar het kon natuurlijk wel haar hoofdpijn verklaren. Toch veranderde niets met de pufjes.

Na een half jaar werd ze weer eens gewogen, dat is routine als je bij een kinderarts loopt. Toen bleek ze drie kilo te zijn afgevallen. Dat was vreemd vonden we, maar er ging nog geen belletje rinkelen. Twee weken later hadden we haar thuis gewogen en bleek ze weer drie kilo afgevallen te zijn. Toen begon het duidelijk te worden en zijn we gaan opletten en zagen we van alles gebeuren. Eten zagen we onder tissues en servetjes verdwijnen. Koekjes werden weggemoffeld in haar broekzak en later weggegooid, pauze hapjes en brood van school in de prullenbak.

Na bezoek aan de kinderarts (ze was zelfs drie kilo in één weekend afgevallen) werden we direct doorverwezen naar GGZ waar, na onderzoek in combi met de kinderarts, anorexia werd vastgesteld. Ze mocht niet meer naar school en niet meer sporten. Ze mocht zelfs niet meer wandelen met de hond, alleen nog op de bank zitten.

Een diëtiste schreef haar een dieet voor. Iedere dag kwam een verpleegkundige om haar hartslag en bloeddruk te meten en te kijken of het lukte onze dochter aan het eten te krijgen. We kregen een psycholoog als begeleiding en ook onze dochter had wekelijkse gesprekken met een psycholoog naast tweewekelijks bezoek aan de kinderarts en wekelijks naar de diëtiste. Ik ben gelijk gestopt met werken en heb me volledig toegewijd aan de verzorging van onze dochter.

Samen zaten we de hele dag filmpjes te kijken, te breien, spelletjes te doen. Zelfs daar bleek ze nog van af te vallen. Onze dochter wilde nog steeds niet eten. Ondanks alle hulp, wat we echt als heel bijzonder en dankbaar ervaren hebben, lukte het niet onze dochter aan het eten te krijgen. Haar hartslag en bloeddruk gingen achteruit en de kinderarts neigde haar op te nemen. GGZ zei ons snel een kliniek te zoeken waar ze heen zou kunnen, daar dat veel beter zou zijn dan een ziekenhuisopname op de psychichiatrische afdeling.

Gelukkig kwam de ommezwaai. De vakantie! Mijn man en andere dochter gingen een week op vakantie, de hond een week uit logeren en samen met mijn dochter ben ik een hele week meegegaan in haar ritme van totale rust en niets doen. Ik heb zelfs haar eetschema gevolgd. Het lukte haar zowaar om drie ons aan te komen. Vervolgens zijn we met open armen ontvangen bij een eetstoornis kliniek in Zeist.

We kwamen met een totaal verzwakt meisje aan die alleen nog kon staren en ook heel erg geschrokken was van alles wat haar overkomen was. Alle zeilen werden bijgezet. We reden zeker drie keer per week naar Zeist. Hadden groepstherapie met andere ouders, onze dochter kreeg groepstherapie met lotgenoten en we hadden gezinsgesprekken en begeleiding van een diëtiste. Allemaal heel confronterend en herkenbaar, alles wat we er hoorden en zagen. Het was fijn om te kunnen delen met andere ouders en ook voor onze dochter fijn om herkenning te vinden bij lotgenoten.

We waren overtuigd dat we op de beste plek zaten en onze dochter in samenwerking met ons de beste behandeling en ondersteuning kreeg. Ze is een doorzetter en dat liet ze ook zien. Ze wilde zo snel mogelijk met alles klaar zijn. We hebben heel veel kennis opgedaan in de kliniek. Ze is nog twee weken opgenomen geweest omdat ze bang was om te bewegen opdat ze dan zou afvallen en in die twee weken werd ons ook wel duidelijk dat ze nog niet alles durfde te eten.

Maar binnen een half jaar was ze 15 kilo aangekomen en op haar streefgewicht en voor het eerst ongesteld. Iedereen euforisch hoe knap ze dat gedaan had. Maar of het nu echt beter ging? Heel blij waren we dat er ook therapie aangeboden werd om sterker en positiever in het leven te komen staan. Ook dit bestond uit groepstherapie, maar helaas werkte dit averechts bij onze dochter. Ze at in haar ogen alles weer, was goed aangekomen en zat nu met allemaal meiden die het moeilijk vonden een pauze hapje te nemen en calorieën aan het tellen waren. Deze therapie werd snel stopgezet en ze kwam in een nazorgtraject.

Je komt dan in een fase dat “alles” lijkt goed te gaan. Je leert naar jezelf te kijken hoe het gaat. Benoemt de moeilijke momenten en wat de trickers voor jou zijn om terug te vallen. Je zorgt voor mensen om je heen die je in de gaten houden en helpen indien nodig. Helemaal goed, alleen hadden wij het gevoel dat het nog helemaal niet zo goed ging.

Onze dochter kan zich altijd heel goed voor doen, als of alles goed gaat en niemand zich zorgen hoeft te maken en dat uitte ze ook naar de kliniek. Al was ze aangekomen zagen we nog veel eetstoornisgedachten en gedroeg ze zich ook nog zo af en toe. De kliniek zei dat we er vertrouwen in moesten hebben dat onze dochter het zelf zou kunnen redden en dat we met onze kennis en ervaring en de slimheid en kennis van onze dochter het goed zou komen.

Onze oude vrolijke dochter was nog niet terug. Naast haar eetstoornisproblemen zagen we ook nog steeds een meisje met veel spanningen en depressieve gedachten.

Bedankt voor het lezen van mijn verhaal, Mirjam